Een project op het terrein van de psychiatrische instelling
‘Altrecht’ in den Dolder. Begin augustus 2017 deed ik mee aan een
zogeheten ‘summerschool’ georganiseerd door het
Vijfde Seizoen. Het Vijfde Seizoen organiseert residenties voor kunstenaars op
het terrein van de psychiatrische instelling Altrecht in Den
Dolder. De kunstenaars werken en wonen drie maandenlang op dit
terrein. De summerschool werd georganiseerd door de twee
kunstenaars Marieke Zwart en Dirk van Lieshout.
Met hun summerschool wilde zij een side-program
creëren voor kunststudenten. In plaats van drie maanden mochten
wij tien dagen lang op het terrein van de instelling verblijven.
De kern van de summerschool draaide om de eigen ontwikkeling als
autonoom kunstenaar in een sociale omgeving. Er werd van ons
verwacht dat wij na deze tien dagen een eigen werk ontwikkelden.
Al onze werken zijn vervolgens tentoongesteld in FOTODOK/CASCO
(Utrecht).
Foto door: Trees Heil
Foto door: Trees Heil
Nadat ik mij tien dagen op het terrein van Altrecht had bevonden,
viel het mij op dat het terrein behoorlijk was vervallen. De
natuur was prachtig, maar het facilitaire gedeelte van de omgeving
was toegetakeld en vergaan. Het viel mij op dat het terrein van
Altrecht niet zo onderhouden werd als de directe omgeving. Zodra
je van het terrein afliep merkte je dat de natuur, de omgeving en
de straten weer keurig waren bijgehouden. Mijn eerste reactie op
dit gegeven was om de touwtjes in eigen handen te nemen: 'we gaan
de boel zelf renoveren!'
Op de vijfde dag van de
residentie besloot ik naar een plek te gaan waar mijn oog op was
gevallen en aan de slag wilde gaan. Mijn idee bestond uit het
renoveren van enkele rijen haaientanden op de Dolderseweg. Deze
waren namelijk erg versleten. Ik beschikte niet over de
professionele middelen die voor wegonderhoud worden gebruikt.
Vandaar dat ik permanente witte muurverf voor buitengebruik had
meegenomen en daarnaast een stel kwasten en ducktape. Mijn idee
was om in mijn eentje te beginnen, met de gedachte dat mensen
nieuwsgierig zouden worden en eventueel een handje zouden
willen/kunnen helpen.
Ik stond voor de rij haaientanden toen ik een man op een bankje
zag zitten met zijn hoofd tussen zijn handen. ‘Hoi!’ zei ik ‘ik
heb een plan’. ‘Hey.. sorry.. ik heb geen energie meer.. deze plek
zuigt alle energie uit mij..’ zei hij. Een kinderlijke reactie
kwam in mij op, ik zakte wijdbeens door beide benen en strekte
mijn armen voor mij uit. Vanuit deze positie deed ik alsof ik een
enorme hoeveelheid energie naar hem uitreek.
‘Bffffffoeeeebfbfpeee’. Lachend keek hij op, zijn wenkbrauwen
gevormd alsof hij naar een enorm raar object keek: en dat object
was ik. Hij begon enorm te lachen. ‘Nou! Wat is je plan?’ zei hij
‘Dan gaan we aan de slag!’. Praktisch en gevat legde ik hem uit
dat ik de haaientanden opnieuw wilde schilderen. ‘Kom op dan! Pak
de verf, dan help ik je!’.
Ajub heeft mij bijna
tot het einde toe geholpen, maar halverwege was hij zo bekaf dat
hij terug naar zijn kamer ging. Ondertussen hadden wij samen al
zoveel aandacht getrokken dat er een groep van tien man om ons
heen was komen staan. Het werd een enorme sociale gebeurtenis:
onderling pratend, helpend, lachend, rokend, hangend en fietsend.
Cliënten, burgers, kunststudenten, kunstenaars. Deze gebeurtenis
is gedocumenteerd, waarna ik hier een film van heb gemaakt. In de
film zie je dat de grenzen tussen cliënt en burger vervagen, de
labels verdwijnen.
Foto door: Trees Heil
Het schilderen van de haaientanden was naar mijn idee een simpele handeling. Deze handeling was tevens ook kinderlijk: er werd letterlijk binnen de lijntjes gekleurd. Op deze manier werd het schilderen toegankelijk voor iedereen: het was duidelijk wat er moest gebeuren. Andere belangrijke elementen waren tevens het gevoel van verantwoordelijkheid, het lichamelijk bezig en het directe resultaat gaf iedereen een bevredigend gevoel.
Foto door: Trees Heil
Work in front: Shahar Livne